Onweer
We spreken van "onweer" wanneer we bliksem zien en/of donder horen. Onweer gaat meestal gepaard met een felle regen- of hagelbui en vindt steeds plaats in, onder en rond een wolk van het geslacht Cumulonimbus.
Donder en bliksem
Donder en bliksem worden meestal apart waargenomen, eerst de bliksem en pas later het gedonder. Toch gaat het om één enkel fenomeen, namelijk een elektrische ontlading, dat twee keer wordt waargenomen: een keer als een lichtflits en een tweede keer als een rommelend geluid. Dit heeft te maken met de verschillende snelheden van licht en geluid en laat ons ook toe te bepalen hoe ver de elektrische ontlading van ons af is.
Een bliksem is een heel krachtige elektrische vonk, een "ontlading" tussen tegengesteld geladen deeltjes in of rond een onweerswolk. Bliksems kunnen voorkomen tussen de aarde en de wolken, intern een wolk of tussen twee wolken in. Tijdens zo'n bliksemflits wordt de lucht in een fractie van een seconde heel sterk opgewarmd, soms tot meer dan 10.000°C. De warme lucht zet heel snel uit, en die schokgolf verplaatst zich door de lucht als een geluidsgolf: de donder.
Hoe ver is onweer van mij verwijderd?
Om te kunnen berekenen hoe ver een onweer van jou verwijderd is, is het belangrijk te weten dat licht en geluid zich aan verschillende snelheden voortbewegen. Licht veplaatst zich aan 300.000km/s, terwijl de snelheid van het geluid een pak lager ligt, ongeveer 330 m/s. Snel gerekend wil dat zeggen dat elke drie seconden tussen bliksem en donder overeenkomt met één kilometer.
Je moet dus het aantal seconden tussen bliksem en donderder delen door 3 om het aantal kilometer in te kunnen schatten.
- 3 sec = 1 km
- 6 sec = 2 km
- 9 sec = 3 km
Als je tussen bliksem en donder tot 12 kan tellen (12 seconden), is de afstand tussen jou en de elektrische ontlading dus 12 sec / 3 = 4 kilometer.
Meer precies: 12 sec x 330m/s = 3960m = ongeveer 4 kilometer